Update
Brief aan Van der Laan inzake verzoek aan Opstelten over verkrijgen persoonsgegevens van sekswerkers
23-04-2015
PROUD
Enge Kerksteeg 3
1012 GV Amsterdam
www.wijzijnproud.nl
Telefoon: 06 ? 28 44 55 37
College van Burgemeester en Wethouders
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Betreft: Uw brief aan de Minister van Veiligheid en Justitie omtrent uitwisseling en verkrijgen van bijzondere persoonsgegevens van sekswerkers.
Amsterdam, 15 april 2015
Geachte heer van der Laan,
Bij deze willen wij reageren op uw brief van 23 februari 2015 aan de minister van Justitie waarin u deze verzoekt een wettelijke basis te cre?ren voor de Amsterdamse intakeprocedure/registratie van sekswerkers resp. de uitwisseling van bijzondere persoonsgegevens van sekswerkers.
In uw brief stelt u dat de intake procedure ?op gespannen voet staat met de Wbp?. Dat is voor ons geen nieuws. Tijdens de behandeling van de Wrp is al door de minister erkend dat registratie van sekswerkers en de aan dat gegeven gekoppelde verwerking van persoonsgegevens van sekswerkers onder het verbod op verwerking van gevoelige gegevens ex art. 16 Wbp valt (te weten: de verwerking van gegevens over iemands seksuele leven). Hierop kan, zoals u bekend, volgens art. 23 Wbp alleen een uitzondering worden gemaakt wanneer aan een aantal strikte eisen wordt voldaan. Het moet noodzakelijk zijn met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, er moeten passende waarborgen worden geboden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het moet bij wet zijn bepaald dan wel het College bescherming persoonsgegevens moet ontheffing hebben verleend. Aan deze voorwaarden werd in de Wrp niet voldaan. Dit was voor de Eerste Kamer een belangrijke reden om verplichte registratie af te wijzen, naast twijfels over de effectiviteit van een registratieplicht en het niet verwaarloosbare risico van negatieve effecten. Eerder had de Raad van State zich al kritisch over verplichte registratie uitgelaten. Ter informatie sturen we hierbij de samenvatting van het onderzoek dat de Vereniging Vrouw en Recht naar de mogelijke strijdigheid van registratie met de Wbp heeft gedaan.
Amsterdam heeft zich niets van het stranden van het voorstel voor de invoering van een landelijke registratieplicht aangetrokken, noch van de bezwaren van de Eerste Kamer, en is op gemeentelijk niveau gewoon doorgegaan met een vorm van verkapte registratie. Dat is al langer een reden van zorg voor ons, en blijkbaar nu ook voor u.
In uw brief erkent u in navolging van de minister
- dat de gegevens die via de intake procedure verzameld worden vallen onder bijzondere gegevens in de zin van art. 16 Wbp
- dat hiervoor een algemeen verbod geldt
- dat hierop alleen een uitzondering gemaakt kan worden indien er een wettelijke basis resp. toestemming van het Cbp is
- dat noch de vereiste wettelijke basis aanwezig is noch toestemming van het Cbp
- dat derhalve, kortom, de intake procedure illegaal is.
Behalve het ontbreken van een wettelijke basis willen wij trouwens ook nog op de andere vereisten wijzen. Ook deze ontbreken ons inziens. De door Amsterdam illegaal oplegde intake procedure helpt niet om mensenhandel tegen te gaan, schendt het recht op privacy van sekswerkers en brengt met name de Oost Europese vrouwen in gevaar bij terugkeer. Bovendien ontbreken waarborgen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De gegevens worden door de exploitant verzameld en staan vervolgens ter beschikking van gemeente en politie. Met betrekking tot de exploitant als verwerker van bijzondere persoonsgegevens ontbreekt sowieso elke wettelijk waarborg, nog afgezien van het opmerkelijke feit dat de exploitant ? in opdracht van de gemeente - deze gegevens in strijd met de Wbp verzamelt. Wij vragen ons echter evenzeer af hoe de bescherming van deze gegevens op het niveau van gemeente en politie is geregeld. Met wie worden deze gegevens allemaal gedeeld? Op welke wijze wordt de betrokken sekswerker ge?nformeerd over de partijen met wie haar of zijn gegevens worden gedeeld? Wanneer worden ze vernietigd, wie is daarvoor verantwoordelijk?
Zoals u begrijpt vinden we het in de eerste plaats al vreemd dat Amsterdam gewoon door is gegaan met een verkapte vorm van registratie terwijl de minister al heeft erkend dat dit in strijd is met de Wbp. Wij zijn dan ook blij met uw erkenning dat de huidige intake-eis van Amsterdam illegaal is. Wij gaan er dus van uit dat deze per direct vervalt. Daarbij gaat het, naar onze mening, er niet alleen om dat exploitanten niet meer naar bijzondere persoonsgegevens mogen vragen: het enkele feit dat iemand in de prostitutie werkt is al een bijzonder gegeven en daarmee dus ook alle persoonsgegevens die daaraan gekoppeld worden.
Wat ons op dit moment echter het meeste steekt ? en wat de directe aanleiding voor deze brief is - is dat u als burgemeester aan de ene kant pretendeert open te overleggen met sekswerkers en aan de andere kant achter onze rug om een brief naar de minister schrijft, waarin u pleit voor schending van het recht op privacy van sekswerkers. Niet zomaar iets, maar iets waarvan u weet dat het op groot verzet van sekswerkers stuit. Dat gaat er bij ons niet in. Wij hebben een andere opvatting over wat een open overleg betekent.
Wij willen ook nog even reageren op de zin ?De gemeente Amsterdam meent echter dat om mensenhandel effectief te kunnen bestrijden en de zelfredzaamheid van sekswerkers te bevorderen er nadere landelijke regelgeving nodig is die het mogelijk maakt om in bepaalde situaties, zoals ten aanzien van de aanpak van misstanden in de prostitutiebranche, bijzondere persoonsgegevens uit te kunnen wisselen.?
Wij vragen ons af hoe de uitwisseling van gegevens de zelfredzaamheid van sekswerkers - of wie dan ook - bevordert. Bevorderen van zelfredzaamheid doe je met empowerment en niet door alle sekswerkers tot (potentieel) slachtoffer te verklaren. Daarmee wordt eerder het tegendeel bereikt. Hoe de zelfredzaamheid van sekswerkers bevorderd zou worden door het uitwisselen van persoonsgegevens is ons dus een raadsel.
Bovendien: wat zijn de bijzondere gegevens die nodig zijn om vast te stellen dat iemand aan bevordering van zelfredzaamheid toe is? De zelfredzaamheid matrix is bedacht voor een specifieke doel (hulpverlening starten, cli?ntenprofielen en begeleidingsplannen opstellen) en niet voor het wel of niet verstrekken van een vergunning aan derden. Geen enkele andere zzp?er of, beter gezegd zijn of haar huurbaas, hoeft dit te doen om wel niet een beroep te mogen uitoefenen. En sinds wanneer zijn exploitanten gekwalificeerd als hulpverleners?
Wij zijn ons ervan bewust dat mensenhandel voorkomt, maar vragen ons af waarom sekswerkers op voorhand als minder zelfredzaam worden beschouwd. Gaat het hierbij niet om vrouwen die er voor hebben gekozen om financieel onafhankelijk te zijn? En slagen zij hier niet beter in dan de 48% van de Nederlandse vrouwelijke bevolking die financieel afhankelijk is van een partner?
Met vriendelijke groet,
Mariska Majoor
Voorzitter Proud

